In eerste instantie ben ik gaan werken om geld te kunnen verdienen. Met geld kon ik eten, een onderdak en verder alles aanschaffen wat ik graag wilde hebben. En kon ik het niet direct kopen dan ging ervoor sparen. Ik kwam erachter dat ik alles wat ik wilde hebben kon kopen, maar het veranderde niets aan me, ik werd er niet gelukkiger door.
Nadat ik het boek “Het leven een spel” van Erik van Praag had gelezen, werd me weer een hoop duidelijk. In dit boek werd beschreven hoe mensen die bij hem een cursus kwamen volgen een opdracht kregen om een spel te spelen. Binnen een half uur zaten de mensen zo in het spel dat ze winstgevende concurrenten er uit probeerde te werken om maar te “winnen”. En dat is dus ook wat in het echte leven gebeurd. Ik zat zo in het spel van het leven dat het moeilijk was eruit te stappen en er is van de buitenkant tegenaan te gaan kijken. Maar dat ben ik wel gaan doen. Ik ben uit al die facetten van het leven gaan stappen en heb het eens van een andere kant gekeken (iemand noemde dat ooit eens een andere camera positie innemen). Toen ik dat ging doen werd ik meer en meer de waarnemer. Kijken vanaf de buitenkant van het spel naar wat er allemaal gebeurd. Toen zag ik dat het inderdaad een spel is. Een spel dat soms wordt gespeeld met een hele hoge inzet, maar het bleef een spel. En iedereen speelt daar zijn rol in het spel en als ik me dan ging verplaatsen in de rol die werd gespeeld, kon ik veel beter begrijpen waarom het spel zo werd gespeeld.
Daar kwam ook nog bij dat het leek als ik maar mijn best deed op het werk, ik vanzelf wel mijn baan kon behouden. Een illusie die totaal was gebaseerd op angst. Angst om maar niet je baan te hoeven verliezen en ergens anders werk moest gaan zoeken. Ook daarin had ik geen zekerheid. Het leven bied geen zekerheid, maar ik probeerde dat wel te gaan bewerkstelligen. Door steeds meer schijnzekerheden op te gaan bouwen, kreeg ik steeds meer bezit, waar ik dan weer voor moest gaan zorgen. Door op dat moment te realiseren dat ik niet gelukkiger werd van bezit, maar door te accepteren dat leven alleen maar bestaat uit verandering, kon ik die schijnzekerheden en bezittingen loslaten. Ik besefte heel goed dat ik niet alles weg hoefde te doen dat ik bezat om me hiervan te kunnen onthechten. Ik vond mijzelf te waardevol om die “les” te gaan volgen. Bezit was voor mij maar een gedachte. Je kunt iets bezitten zonder het gevoel daarbij te hebben dat je het bezit.
Ik zie werken nu als iets waar ik veel van kan leren. Ik zie het absoluut niet meer als het belangrijkste in het leven. Ik doe het omdat ik het leuk vind om te doen. Ik heb ook geleerd om timemanagement te gebruiken zodat ik niet meer doe, dan wat er nodig is en wat redelijk is. Ik gooi geen dagen meer weg door er niet van te genieten, want een dag die je weggooit, krijg je nooit meer terug.
Liefs en warmte, Bigbear
|